Wanneer je een webshop of online verkoopplatform hebt, of verkoopt via sociale media, heb je te maken met de wetgeving over online verkopen.
En eigenlijk is daar een constante verandering in gaande. Daarom moet je zorgen dat je goed op de hoogte bent van welke regel- en wetgeving op dat moment geldt. Zo worden vanaf mei 2022 jouw rechten en plichten aangepast. Bijvoorbeeld op het gebied van informatieplicht, reviews, prijzen, aanbiedingen en andere, zogenaamd gratis, digitale diensten.
Ik neem de 6 veranderingen met je door!
Waarom veranderen de regels?
De regels veranderen, omdat er nieuwe Europese richtlijnen zijn die de (particuliere) klant moeten beschermen. Hierdoor groeit het vertrouwen in het doen van online aankopen. Als reactie hierop is er een conceptvoorstel gemaakt door het ministerie van Economische zaken en Klimaat. Dit voorstel moet op 28 november 2021 omgezet zijn in Nederlandse wetgeving. Vanaf 28 mei 2022 zou de nieuwe wet dan in werking moeten treden.
Je hoeft echter niet tot deze datum te wachten om aan de regels te voldoen. Door deze regels eerder toe te passen onderscheid je je van mede ondernemers. Klanten krijgen door deze regelgeving namelijk meer inzicht in jouw manier van werken.
1. Reviews
Wanneer je reviews laat zien op je webshop, sociale media of platform, dan moet je daar vanaf 28 mei 2022 de volgende dingen bij vernoemen:
• Of je alle reviews van producten verwerkt. Zowel positieve, als negatieve.
• Of er sprake is van sponsoring en of je klanten betaalt voor het geven van een review.
• Hoe je controleert dat de recensie daadwerkelijk van klanten komt die het product in bezit hebben en hier gebruik van hebben gemaakt. Bijvoorbeeld door het letten op patronen. Als er kort achter elkaar recensies voor een bepaald product worden geplaatst of wanneer er steeds bij producten gebruik wordt gemaakt van dezelfde tekst.
Op sociale media is er een verbod op het weergeven van valse consumentenbeoordelingen. Dit gaat bijvoorbeeld over het laten plaatsen van likes. Door deze punten weer te geven, krijgen klanten een beter beeld van het product en kan een afgewogen keuze maken om wel of niet over te gaan tot een koop. Zij gaan namelijk, in 88% van de gevallen, af op dit soort beoordelingen.
Reviews en keurmerken zijn overigens niet hetzelfde. Bij een review heb je te maken met een beoordeling van de klanten over een product of bedrijf. Bij een keurmerk gaat het samen met een certificeringstraject.
2. Persoonlijk aanbod
Voortaan moet je je klant informeren als je een persoonlijk aanbod doet. Bijvoorbeeld wanneer je een aanbod doet op basis van recente zoekopdrachten, woonplaats of aankoopgeschiedenis. Dit kan je doen via een pop-up melding of op de betaalpagina. Hierdoor kunnen klanten controleren of het aanbod inderdaad voordelig is, door te vergelijken met aanbieders die deze informatie niet hebben. Dit gepersonaliseerde aanbod wordt ook wel re-marketing genoemd. Hierdoor kun je bezoekers opnieuw benaderen en alsnog proberen te verleiden tot een koop.
3. Korting
Hoe vaak zie je niet staan ‘van €.., voor €..’. Je mag vanaf volgend jaar geen willekeurige prijs meer nemen als uitgangspunt voor het geven van korting. Als je een actie doet, waarbij je een van-voor-korting geeft, moet je de laagste prijs gebruiken die je minimaal 30 dagen voor de actie hanteerde voor dat product. Wel mag je korting laten zien in vergelijking met de adviesprijs of de prijs van de concurrent.
4. ‘Gratis’ online diensten
Moeten klanten hun persoonlijke gegevens doorgeven voor jouw gratis online dienst? Dan moet je ze informeren over hoe lang ze aan deze dienst vastzitten en hoe ze deze kunnen opzeggen. Binnen 14 dagen moet een klant, zonder reden, de dienst kunnen opzeggen. Je moet in zo’n geval direct de verwerking van gegevens stoppen en verwijderen.
5. Online marktplaats
Bij een online marktplaats kan een klant producten of diensten afnemen van jou of van andere ondernemers of consumenten die bij jouw platform aangesloten zijn. Bij zo’n koop moet je duidelijk vermelden met wie zij rechtstreeks zaken doen. Dus van wie kopen zij het product of de dienst. Ook moet je aangeven of dit een consument of ondernemer is en welke voorwaarden gelden. Deze gegevens moet je duidelijk op de betaalpagina tonen. Het in je algemene voorwaarden zetten mag niet!
Je hebt daarnaast ook de plicht om onderzoek te doen naar de juridische status van de verkoper en de voorwaarden die zij hanteren. Deze regels gelden ook als je in je eigen webshop diensten en producten van anderen aanbiedt.
6. Vergelijkingssites
Bied jij online een zoekfunctie aan in de vorm van een vergelijkingssite, dan moet je ook meer informatie gaan verstrekken. Je moet van tevoren aan je klant melden wat de uitkomst van de zoekopdracht bepaalt. Hiervoor hoef je niet je algoritme weer te geven, maar wel aangeven op basis waarvan de zoekuitslag wordt gevormd. Wanneer bedrijven betalen voor een hogere plek in de zoekopdracht, moet je dit vermelden. Dit zet je op de pagina waar je zoekresultaten toont. Ook wanneer er niets bij jou gekocht wordt.
Handhaving en consequenties
Houd je je niet aan deze nieuwe regels, dan wordt het gezien als een oneerlijke handelspraktijk. Daar wordt op gehandhaafd. De aard, omvang, ernst, duur en frequentie van de overtreding zijn van belang voor de consequenties. Je krijg dan, van de Autoriteit Consument en Markt en de Autoriteit Financiële markten, een boete opgelegd of een termijn waarbinnen je de onjuiste situatie moet oplossen. Boetes kunnen oplopen tot 4% van de jaaromzet of een maximumboete van €2.000.000. Komt de overtreding vaker voor? Dan kant de boete 10% van de jaaromzet worden.
Je wilt een eigen kapsalon of beautysalon beginnen, maar elk pand dat je tegenkomt is eigenlijk te groot.
Super vervelend natuurlijk, want niet alleen de ruimte, maar ook de kosten zijn een belangrijk onderdeel van je keuze. Het is immers zonde om te betalen voor een deel van de ruimte die leegstaat. Op dat moment is het goed om eens na te denken of stoelverhuur voor jou de oplossing is.
In dat geval deel je de kosten en kun je je diensten uitbreiden. Andersom kan natuurlijk ook, dat je zelf een stoel huurt bij een andere salon.
Is stoelhuur iets voor jou? Ik leg je in deze blog de basics uit!
Eigen verantwoordelijkheid
Bij stoelverhuur is het niet zo dat je iemand in dienst neemt of dat je zelf bij iemand in dienst gaat. Beide partijen zijn zelfstandig ondernemer en er mag geen gezagsverhouding ontstaan. Het gaat er echt om dat je alleen de huurkosten van het pand deelt. Je werkt voor eigen rekening en risico en met je eigen klanten, alleen vanuit dezelfde bedrijfsruimte als de andere ondernemer. Dit kan per dag, dagdeel of voor langere tijd.
Beide ondernemers:
– Doen eigen btw-aangifte
– Doen eigen IB-aangifte
– Sluiten hun eigen verzekeringen af
– Staan apart ingeschreven bij de KvK
Voor de huurder en verhuurder is de Nederlandse wetgeving met betrekking tot huur en verhuur van bedrijfsruimte daarom van toepassing.
Als verhuurder
Als verhuurder stel je een huurovereenkomst op voor het aantal m2 dat de huurder huurt. Wanneer je zelf niet eigenaar bent van het pand, omdat je zelf huurt, moet je schriftelijke toestemming hebben van de eigenaar. Je kunt bijvoorbeeld een vergoeding voor het aantal m2 vragen met daarbij op energiekosten. Zijn er kosten voor gezamenlijke promotie, reken deze kosten dan apart uit. Het is verstandig de huurprijs per dag ook vast te leggen.
Samenwerkingsovereenkomst
In een samenwerkingsovereenkomst leg je belangrijke afspraken vast. Bijvoorbeeld over de toegang tot de bedrijfsruimte, openingstijden. Eventueel kan je gezamenlijk pin apparatuur en computers inkopen en gebruiken. Toch moet de zelfstandigheid en gelijkwaardigheid tussen jullie voorop blijven staan. Je mag dan ook niet ‘in loon’ of ‘in dienst’ vermelden in het document, omdat er dan sprake is van een arbeidsovereenkomst.
Juridisch gezien koppelt men vaak de huurovereenkomst en de samenwerkingsovereenkomst. In beide documenten wordt naar het andere document verwezen. Wordt de één opgezegd, dan vervalt de ander ook direct. De huurovereenkomst is hierin leidend.
Stel je deze documenten niet goed op? Dan kan het als ‘verkapt dienstverband’ gezien worden, waardoor de samenwerking onder druk kan komen te staan. Daarom kan je het gebruik van materiaal en producten bijvoorbeeld beter gescheiden houden. Het is ook belangrijk geen standaard document te gebruiken en deze aan te passen, maar om een jurist te vragen om hulp bij het opstellen hiervan.
Maximale duur
De huurtermijn is belangrijk voor de looptijd van de stoelverhuur. Deze kan korter of langer zijn dan 2 jaar. Een overeenkomst die is aangegaan voor 2 jaar of korter eindigt na de afgesproken termijn. Is deze langer dan 2 jaar? Dan wijzigt de wet deze termijn in blokken van vijf jaar en vijf optiejaren. Als (onder)huurder krijg je dan huurbescherming.
Een huurovereenkomst langer dan twee jaar kan niet zomaar worden opgezegd. Hiervoor gelden wettelijk 6 opzeggingsgronden. Deze worden door de rechter getoetst. Er wordt geadviseerd om te werken met een eerste overeenkomst van een jaar en deze met een jaar te verlengen. En daarna te kijken of en hoe je verder wil gaan.
Voordelen stoelverhuur
• Je hoeft geen investeringen te doen. Marketing om extra klanten te bereiken doet de zzp’er aan wie je de stoel verhuurt.
• Er is minder financieel risico dan wanneer je personeel in dienst neemt. Je hoeft niemand door te betalen bij ziekte en vakantie. Bovendien hoef je geen salaris uit te keren. Wel heb je te maken met bepaalde wetten.
• Door een zzp’er te zoeken die andere diensten levert, levert het jou ook extra klanten op. Bijvoorbeeld iemand gespecialiseerd in verfbehandelingen. Maar je kan ook de stoel verhuren aan iemand uit een andere branche. Zo kun je beiden extra omzet genereren uit gezamenlijke klanten.
Nadelen stoelverhuur
• Het kan invloed hebben op je imago, dus hier moet je goede afspraken over maken. Denk aan werkkleding en de communicatie wijze naar klanten toe. Zoek iemand die overeenkomt met jouw salon en die jouw concept versterkt.
• Zzp’ers hebben eigen voorwaarden, waardoor je minder controle hebt. Zo kan deze persoon eerder stoppen dan afgesproken, niet komen op dagen ondanks dat er een afspraak stond of dominant zijn waarbij de uitstraling van je salon wordt overgenomen.
• Er kan een huurder tussen zitten die een negatieve invloed heeft op je team en de sfeer in je salon. Wees selectief bij het verhuren van jouw stoel, bijvoorbeeld door proefdraaien weet je wat voor vlees je in de kuip hebt.
Ondanks dat het niet bij wet geregeld is, heb je bij de meeste winkels de mogelijkheid tot retourneren. Op die manier heb je nog even bedenktijd over de aanschaf van je product of dienst. In de meeste gevallen is dit 14 of 30 dagen.
Toch zijn er ook uitzonderingen op het herroepingsrecht, waardoor je een product (of dienst) niet kunt retourneren/herroepen. Die uitzonderingen neem ik vandaag met je door.
Uitsluiting herroepingsrecht producten
In een eerdere blog beschreef ik al wat je rechten zijn rondom het ruilen en retourneren. Toch zijn er uitzonderingen, waarbij die rechten niet gelden. Dan kan je denken aan:
• Maatwerk producten, gemaakt op instructies van je klant.
• Bederfelijke waren zoals vlees of melk. Blikje frisdrank of chocolade telt hierbij niet mee.
• Artikelen die je kan kopiëren zoals games, dvd’s en cd’s. De verzegeling is dan immers verbroken.
• Losse kranten en tijdschriften, die je zonder abonnement in de winkel koopt.
• Alcoholische dranken, waarbij je de prijs overeenkomt bij de aankoop, maar die pas na 30 dagen geleverd kunnen worden. De echte waarde is hierbij afhankelijk van de markt, waar de handelaar geen invloed op heeft.
• Producten die om hygiënische redenen of gezondheidsbescherming niet kunnen worden teruggestuurd, omdat de verzegeling is verbroken. Zoals erotische producten of voedingssupplementen
Uitsluiting herroepingsrecht diensten
Maar er zijn niet alleen uitzonderingen bij producten qua herroeping. Dit geldt natuurlijk net zo goed voor diensten. Zoals:
• Bij weddenschappen of loterijen.
• Evenementen, reizen en tickets die verricht moeten worden op een afgesproken datum of in een bepaalde periode. Je kan hierbij denken aan vervoer, verblijf, restaurantbedrijf of vrijetijdsbesteding.
• Diensten die binnen 14 dagen helemaal worden uitgevoerd, waarbij de klant nadrukkelijk afziet van de bedenktijd. Dit kan bijvoorbeeld gaan om het winter klaar maken van de tuin of verhuur van gereedschap.
Uitsluiting herroepingsrecht digitale inhoud
Er geldt een bedenktijd van 14 dagen voor digitale inhoud die niet wordt geleverd op cd-rom, dvd of cd. Dus de inhoud is te luisteren via een app, muziekstream of download. Die bedenktijd geldt niet wanneer het product of de dienst binnen die 14 dagen al geleverd wordt. Wanneer de klant akkoord gaat met levering binnen de bedenktijd, is het herroepingsrecht uitgezonderd. De verklaring van de consument dat deze afstand doet van het herroepingsrecht, moet in de bevestiging van de overeenkomst worden opgenomen.
Waardevermindering
Het is ook mogelijk om deels uitgevoerde of afgenomen diensten te herroepen. Dit komt omdat het moment van aanvang niet meer doorslaggevend is. De consument moet dan wel de kosten van het uitgevoerde gedeelte naar evenredigheid vergoeden. Als ondernemer moet je je klant hierover van tevoren informeren.
Als werkgever krijg je te maken met contracten van werknemers. Hierbij moet je rekening houden met de ketenbepaling.
Deze bepaling zorgt ervoor dat je maar een beperkt aantal tijdelijke contracten met je werknemers aan mag gaan. Hoe dit zit vertel ik je in dit artikel.
Ketenbepaling
Volgens de ketenbepaling krijgt jouw werknemer na 3 jaar dienstverband, of 3 tijdelijke contracten, een vast contract. Daarna moet je een vast contract aanbieden, of volgt er ontslag. Wanneer er minimaal 6 maanden tussen twee contracten zit, wordt de keten onderbroken en start deze opnieuw. Staat er in het cao een kortere tussenpauze? Dan geldt die afspraak. Is er geen afspraak gemaakt en bied je jouw medewerker, zonder deze tussenpauze, een nieuw tijdelijk contract? Dan is deze automatisch voor onbepaalde tijd.
Uitzonderingen
Naast een cao zijn er nog andere uitzonderingen mogelijk. Bijvoorbeeld bij opvolgend werkgeverschap, tijdelijk terugkerend werk of het vervangen van docenten. Heeft je werknemer meer dan 3 tijdelijke contracten gehad voor dezelfde werkzaamheden, bij opvolgende werkgevers, dan volgt er ook een vast contract.
Opvolgend werkgeverschap komt voor bij onder andere bedrijfsovername. Maar ook wanneer de werknemer eerst via een uitzendbureau en later direct bij de werkgever een aanstelling krijgt. Contracten die zijn aangegaan voor de richting BBL gelden niet in de ketenbepaling. Hetzelfde geldt voor werknemers onder de 18, die gemiddeld maximaal 12 uur per week werken.
Afwijken ketenbepaling cao
Een cao mag afwijken van deze bepaling als:
• Bij bestuursfuncties kan schriftelijk overeengekomen worden dat van de termijn wordt afgeweken.
• Bij een uitzendovereenkomst kan het maximum van 3 contracten en 2 jaar verlengd worden naar 6 contracten in maximaal 4 jaar.
• Het aangaan van extra tijdelijke contracten kan nodig zijn voor de aard van de bedrijfsvoering. Ook dan kan er verlengd worden na 6 contracten in 4 jaar.
• In bepaalde sectoren werken ze enkel met tijdelijke contracten, bijvoorbeeld bij profvoetbal. De overheid bepaald voor welke sectoren de aangepaste regels gelden. Deze regels moeten in het cao worden opgenomen.
• Bij het vervangen van een zieke leraar krijgt een invalkracht met een tijdelijk contract géén vast contract na meerdere tijdelijke contracten. Dit hoeft sinds 1-1-2020 niet meer in het cao te staan.
• Is de arbeidsovereenkomst bedoeld om iemand op te leiden? In de cao kan je de ketenbepaling dan geheel of gedeeltelijk niet van toepassing worden verklaard.
• Gaat het om terugkerend tijdelijk werk? (maximaal 9 maanden per jaar) Dan kan de tussenperiode verkort worden tot 3 maanden. Het is niet beperkt tot seizoensarbeid en moet opgenomen worden in de cao.
Heb jij een vraag over een arbeidsovereenkomst of de ketenbepaling?
Stuur me dan een berichtje.Het zal je maar gebeuren: een klant betaalt je niet voor de diensten en producten die je geleverd hebt.
Via via krijg je te horen dat jouw klant op het randje van een faillissement balanceert. Wat nu?
Kun je een betalingsregeling treffen of gewoon keihard dagvaarden? Of is dat weggegooid geld en verspilde moeite?
Faillissement bij betaalachterstand
Een persoon kan, volgens de faillissementswet, failliet verklaard worden als aangetoond kan worden dat er niet (meer) betaald wordt. Bij de uitspraak zijn hierbij 3 voorwaarden van belang:
• Er moeten 2 of meer schuldeisers zijn;
• De persoon met schulden voldoet betalingen niet (meer);
• De schuldeiser moet een vorderingsrecht hebben, oftewel de schuldeiser moet nog geld krijgen van de persoon met schulden.
Wanneer er aangetoond kan worden dat er voorheen wel betaald is en de klant in de zaak bijvoorbeeld direct het resterende bedrag kan betalen, wordt het verzoek tot faillietverklaring afgewezen. Trek je je verzoek tot faillietverklaring niet in, wanneer de rechter dit afwijst, dan zal jij waarschijnlijk opdraaien voor de proceskosten.
Betalingsregeling
Omdat je liever wilt voorkomen dat er een faillissementszitting komt en dat de kosten oplopen, kun je proberen rechtstreeks een betalingsregeling te treffen met je klant. Weigert deze een betalingsregeling te treffen, dan kun je op de zitting aangeven welke regeling je hebt voorgesteld. De rechtbank zal vaak proberen toch een akkoord te krijgen op die regeling of een termijn geven om de vorderingen te betalen.
Soorten schuldeisers
Boedelschuldeisers
Alleen schulden van voor het faillissement komen in aanmerking voor uitkering. Vorderingen van erna kunnen niet worden ingediend, met uitzondering van boedelvorderingen. Dit kan na faillietverklaring ontstaan op grond van de wet, omdat de curator een verplichting aanging of omdat de curator in strijd met een te leveren verbintenis of verplichting handelt. Schuldeisers met boedelvordering hoeven dit niet bij de curator te melden te verificatie. Ze worden gelijk uit de boedel voldaan, waardoor ze voorrang hebben.
Preferente schuldeisers
Vorderingen die niet onder boedel vallen moeten worden ingediend ter verificatie. Bepaalde vorderingen, ontstaan voor de faillietverklaring, hebben ook voorrang op gewone vorderingen. Dit is wettelijk bepaald. Preferente schuldeisers zijn onder ander de fiscus, UWV en werknemers. Zij hebben een voorrecht op het vermogen van de failliet verklaarde. Zij krijgen uitgekeerd nadat de boedelschuldeisers zijn voldaan.
Concurrente schuldeisers
Dit zijn schuldeisers zonder voorrang. Vaak krijgen zij niet uitgekeerd omdat de boedel leeg is. Toch is het goed wel de vordering in te dienen ter verificatie. Samen met de rente en opgebouwde kosten kan deze vordering worden ingediend.
Wanneer eindigt een faillissement?
Een faillissement kan op meerdere manieren beëindigd worden:
• Omzetting in schuldsanering
• Er is niet voldoende geld opgehaald. Het salaris van de curator wordt voldaan en het faillissement wordt in de kranten kenbaar gemaakt.
• Iemand schenkt of leent de gefailleerde geld om schuldeisers gedeeltelijk te betalen. Er moet dan afstand gedaan worden van het restant van de vordering.
• Er is wel genoeg geld opgehaald om de faillissementskosten te voldoen, maar niet om het UWV en de fiscus te betalen. Het restant wordt door de curator tussen hen verdeeld.
• Nadat alles betaalt is, is er geld over. Dit wordt verdeeld onder de schuldeisers. Is het bedrag niet volledig voldaan, dan krijgen zij een executoriale titel op de schuldenaar.
Zit jij nou ook in een soortgelijke situatie? Dan geef ik je graag advies. Echter ben ik wel van mening dat er altijd betaald moet worden voor het geleverde product of de geleverde dienst.
Een intentieverklaring, ook wel een Letter of Intent genoemd, kun je voor de contractonderhandelingen samen tekenen en kan worden gebruikt voor bijvoorbeeld de verkoop van je bedrijf of voor een aankomende samenwerking. Zowel jij als de tegenpartij verklaren daarmee dat je samen een overeenkomst wilt bereiken en hierover gaat onderhandelen.
Maar wat moet er in deze verklaring staan en is het juridisch bindend?
Verschil intentieverklaring en intentieovereenkomst
Vaak wordt de term letter of intent vertaald naar intentieverklaring en intentieovereenkomst. Toch zit hier een verschil in. De intentieverklaring is eenzijdig. Één partij legt zijn of haar intentie hierin vast. Bij een intentieovereenkomst gaat het om twee of meer partijen.
Waarom een intentieverklaring?
In deze overeenkomst geef je de bedoelingen van beide partijen weer. Het is echter nog geen definitieve overeenkomst. Je kunt vastleggen over welke onderwerpen een overeenkomst is bereikt, maar ook welke afspraken over het onderhandelingsproces zijn gemaakt. Op die manier weten jullie allebei waar je aan toe bent.
Het kan helpen een strakke tijdsplanning op te nemen in de intentieverklaring. Op die manier vlotten de onderhandelingen, waardoor je als verkoper geen irritaties krijgt en de sfeer verandert. In dit document worden geen definitieve prijzen genoemd, maar wel een termijn waarbinnen de onderhandelingen rond moeten zijn. Maar de belangrijkste functie van dit document is voor de koper de exclusiviteit. Dat de verkoper verplicht is alleen met deze koper te onderhandelen. Maar voordat je met één partij verder gaat moet je wel zeker weten dat het tot een deal leidt.
Wat staat er in een intentieverklaring?
Vaak zijn deze documenten vrij uitgebreid en lijken soms op een definitieve overeenkomst, met slechts enkelen ontbindende voorwaarden. Daardoor kunnen de koper en verkoper niet zomaar onder de verbintenis uit, maar moeten er ontbindende zaken aangedragen worden. Meestal staan de volgende punten er in:
• Het aantal aandelen die verkocht worden of welke activa.
• Een prijsindicatie, omdat er nog boekenonderzoek moet worden gedaan.
• Geheimhoudingsplicht, omdat je als verkoper veel gevoelige informatie prijsgeeft.
• Wanneer en op welke manier vindt de betaling plaats?
• De omvang van het boekenonderzoek. Dit moet naar tevredenheid van de klant zijn, zo niet dan kan de overeenkomst nog ontbonden worden.
• Wie de kosten van het boekenonderzoek en de transactiedocumentatie betaalt.
• Transactiedocumentatie: minimaal een koopovereenkomst.
• Voorbehoud van financiering.
• Desgewenst kun je garanties opnemen als dit heel essentieel is.
• Tijdspad overname tot aan afronding.
• Concurrentiebeding: niet standaard, dit kan ook in de koopovereenkomst.
• Rol van de verkoper na overname.
• Break fee bij afbreken van de onderhandelingen.
Juridisch bindend?
Officieel is een intentieverklaring niet juridisch bindend, maar in het Nederlandse recht vaak wel. Dat ligt aan de formulering van je intentieverklaring, want eigenlijk ga je al een overeenkomst aan. Hierbij maakt het niet uit met wat voor een partij je te maken hebt.
Als verkoper wil je zoveel mogelijk zekerheid dat je koper niet onder de koop uit kan. De koper wil juist wat meer vrijheid. Daarom kun je verschillende voorwaarden stellen, waardoor het voor beide partijen goed is. Bijvoorbeeld door een due-diligence onderzoek dat volgens verwachting moet zijn. Hierbij wordt een onderneming of persoon geanalyseerd op alle relevante punten zoals financiële gezondheid.
Zorg dat je zo duidelijk mogelijk afspraken formuleert, zodat hier geen andere uitleg over mogelijk is. Dit geldt ook voor heldere voorwaarden. Je wilt niet dat jij denkt dat de koop rond is, terwijl de ander er juist vanaf wil zien. Breekt een van de partijen toch af in een fase waarin dit eigenlijk niet meer voordelig werkt, dan kan de andere partij een schadevergoeding eisen of vorderen dat de onderhandelingen doorgaan tot een definitieve overeenkomst gesloten is.
Het zal je maar gebeuren… Je werkt als kapster en je klant komt bij je langs om vervolgens mooier weer naar buiten te stappen. Toch kan het gebeuren dat het resultaat niet helemaal is zoals gewenst. Wanneer je klant het gevoel heeft dat je haar kapsel hebt verpest, kun je hiervoor aansprakelijk gesteld worden.
Het kan daarom handig zijn in je algemene voorwaarden vast te leggen of er een resultaatsverplichtingplicht of een inspanningsverplichting is. Maar heeft je klant in zo’n geval eigenlijk wel recht op een schadevergoeding?
Waargebeurd
Er is een rechtszaak geweest over een stel dat een geboortefeest had gepland. Hiervoor wilde ze bij de kapper haar haar blauw laten maken. Dit moest in meerdere afspraken bereikt worden. Ook moest haar haar geknipt worden. Hiervoor werd akkoord gegeven. Maar achteraf was de klant van mening dat het haar ongelijk geknipt was en werd het niet blauw, maar meerdere kleuren. De verf zat daarnaast ook in haar nek en op haar oor, waardoor ze overal blauwe vlekken had.
De klant ging naar een andere kapper voor ‘herstel’ van het kapsel, wat eveneens geld kostte. Daarom eiste ze €750,- schadevergoeding. Een bedrag voor het dekken van de andere kapperskosten en het bederven van levensgenot, omdat haar feestavond was verpest.
Inspanningsverplichting
Bij een inspanningsverplichting geef je aan je naar beste vermogen in te zetten om het gewenste resultaat te behalen. Echter kun je geen harde toezegging doen over het resultaat. In je algemene voorwaarden kun je opnemen dat er op de opdracht slechts een inspanningsverplichting rust.
Of het gewenste resultaat is bereikt, wordt gemeten aan de hand van inspanning, niet van het resultaat. Zijn alle maatregelen getroffen om het beste resultaat te halen? Dan is er geen sprake van een wanprestatie en heeft je klant geen recht op een schadevergoeding. Heb je niet alle maatregelen getroffen? Dan is het de vraag of de schade hersteld kan worden. Binnen een bepaalde termijn moet je dan nog een kans krijgen de fout recht te zetten. Doe je dit niet? Dan kan er een schadeclaim ingediend worden.
In dit geval dus dat de het kapsel mooi recht geknipt en blauw is. De kapper heeft zijn best gedaan, maar heeft niet het gewenste resultaat behaald. Toch kan je het de kapper niet kwalijk nemen, tenzij die een fout heeft gemaakt. Wanneer je je klant vooraf waarschuwt, omdat er omstandigheden zijn die de behandeling bemoeilijken, kan er geen schadevergoeding geëist worden. Je handelt in dat geval professioneel en het was de keuze van de klant de behandeling voort te zetten.
Resultaatsverplichting
Bij een resultaatsverplichting is er wél een verplichting om een bepaald resultaat te behalen. Het niet leveren van het resultaat levert dan een tekortkoming op. Je kunt je moeilijker verweren dat je je best hebt gedaan. Echter moet je wel de kans krijgen de afspraak alsnog na te komen. De geleden schade kan wel teruggevorderd worden, mits dit niet in het contract is uitgesloten. Kom je dan nog de afspraak niet na? Dan kan het contract ontbonden worden. Echter kan je je nog beroepen op overmacht.
Zowel zakelijk als privé kun je er voor kiezen om belangrijke poststukken aangetekend te versturen. Hiervoor betaal je extra en er is een handtekening nodig voor ontvangst.
Toch worden deze regelmatig geretourneerd of geweigerd. Maar heeft het wel zin om dit zo’n aangetekende brief te weigeren?
Let op: deze blog is puur informatief voor particulieren/consumenten. Ik help als jurist voor ondernemers alleen ondernemers met eventuele conflicten en problemen. Ben je particulier/consument? Voor juridische hulp en ondersteuning verwijs ik je naar het Juridisch Loket.
Waarom een aangetekende brief?
Er zijn diverse redenen waarom je een brief aangetekend zou kunnen versturen. Bijvoorbeeld omdat je zeker wilt weten dat de ontvanger de brief echt krijgt. Dit is te controleren, omdat er voor ontvangst getekend moet worden. Het kan dan dienen als bewijslast. Bij een mondelinge overeenkomst heb je immers geen bewijs als je in een conflict terecht komt.
Je kunt bijvoorbeeld een aangetekende brief sturen voor het ontbinden van een overeenkomst, het starten van een incassotraject of een sommatiebrief.
Aangetekende brief weigeren
Wanneer je een aangetekende brief niet wilt aannemen vermeld je dit aan de bezorger. Die plakt er een retour sticker op, waardoor de verzender kan zien dat jij de brief geweigerd hebt. Zij sturen vervolgens de brief naar de afzender. Hetzelfde geldt voor het niet afhalen van de aangetekende brief. Hiervoor heb je 15 dagen de tijd, voor gerechtsbrieven 8 dagen. Maar is het weigeren van zo’n brief nou wel zo verstandig?
Ontvangsttheorie
Aangetekende brieven zijn vaak belangrijke mededelingen die daadwerkelijk aan moeten komen om werking te hebben. Bijvoorbeeld stuiting van verjaring, het vernietigen of ontbinden van een overeenkomst. Pas wanneer dit het geval is, wordt de overeenkomst ontbonden. Hieraan kunnen termijnen verbonden zijn.
Gevolgen van weigering
Maar er is een uitzondering. Weigeren van een aangetekende brief betekent niet dat de inhoud niet in werking treedt en het is dan ook volledig je eigen risico. Per wet is geregeld dat de verklaring ook in werking treedt als het je eigen schuld is dat de verklaring niet of niet op tijd bij jou terecht komt. Dus ook dan wordt de overeenkomst ontbonden. Kortom, een aangetekende brief weigeren is onverstandig. Zorgt iemand anders ervoor, die jouw post in ontvangst neemt, dat jij de brief niet op tijd ontvangt? Of zijn er andere omstandigheden waardoor je de brief niet aan kunt nemen, zoals ziekenhuis opname? Ook dan treedt de inhoud in werking. De verzender moet hierbij kunnen aantonen de brief op tijd te hebben verstuurd, naar het juiste adres. Dit is vaak niet zo moeilijk.
Exploot
Wil je nou als verzender echt zeker weten dat je brief de ontvanger bereikt? Dan kun je via een gerechtsdeurwaarder een exploot laten sturen. De deurwaarder overhandigt de brief in persoon of laat het exploot in een gesloten enveloppe achter op het adres van de geadresseerde. Dit levert in een rechtszaak bewijs op dat de brief is aangekomen.
Niets is vervelender dan aansprakelijk te worden gesteld voor bedrijfsschade, schade aan spullen van derden of voor een beroepsfout. Gelukkig zijn er verschillende verzekeringen, die je kunnen beschermen tegen de financiële risico’s van zo’n fout.
Maar wat is eigenlijk het verschil tussen een beroepsaansprakelijkheidsverzekering en een bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering? Welke schade wordt er in beide gevallen gedekt en om wat voor een schade gaat het? Ik zet het allemaal voor je op een rij.
Beroepsaansprakelijkheidsverzekering
Het kan natuurlijk gebeuren dat je als adviserend ondernemer een fout maakt. De klant lijdt door deze fout een financieel nadeel of schade. Het kost immers geld om de fouten weer recht te zetten. Hiervoor kan de klant jou aansprakelijk stellen. Tegen deze schade kun je je verzekeren, waardoor de verzekeraar de schade vergoedt. Dit is meestal een aanvullende verzekering.
Bij beroepsaansprakelijkheid gaat het voornamelijk om rekenfouten, en om opdrachten waarbij veel gedacht en geadviseerd moet worden.
Voorbeelden van beroepsfouten zijn bijvoorbeeld een verkeerde vertaling van klantenbestanden, het oplopen van projectkosten of een fout in de btw-aangifte voor een klant, met een boete als gevolg.
Bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering
Als jij of je werknemer iemand schade berokkend aan spullen of wanneer iemand letselschade oploopt, kun je hiervoor aansprakelijk worden gesteld. Maar ook indirecte schade valt hieronder. Een ongeluk of blunder kan iedereen gebeuren. Wanneer je iemand inhuurt (een derde) voor een klus is het belangrijk dat deze persoon ook verzekerd is.
Op dat moment kan je een beroep doen op je bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering. Dit is eigenlijk altijd de hoofdverzekering. Hiermee ben je beschermd tegen de financiële risico’s, maar ook tegen tegen productaansprakelijkheid. Er wordt namens jou verweer gevoerd en de rechtsbijstandskosten worden betaald wanneer je ten onrechte aansprakelijk wordt gesteld. Zorg dat het verzekerde bedrag niet te laag ligt, want het afgesproken bedrag is de maximale schade die vergoed wordt.
Voorbeelden van bedrijfsaansprakelijkheid zijn wanneer je klant last krijgt van voedselvergiftiging, je als kapper permanent vloeistof op de kleding van je klant morst, er tijdens het lassen een brand in de werkplaats ontstaat of wanneer je medewerker een auto-ongeluk krijgt onderweg naar een klant.
Beperken van aansprakelijkheid
Uiteindelijk is voorkomen natuurlijk altijd beter dan genezen. Hoewel dit in sommige gevallen toch moeilijk is. Maar hoe doe je dat dan?
Bijvoorbeeld met goede algemene voorwaarden die voor jouw bedrijf zijn opgesteld. Deze zijn afgestemd op jouw manier van werken, en neem daarbij altijd een beperking van je aansprakelijkheid op.
Wil jij ook een beperking van de aansprakelijkheid in je algemene voorwaarden?
Stuur me dan even een berichtje!Wanbetalers zijn natuurlijk erg vervelend. Niet alleen omdat je recht hebt op het geld waar je hard voor gewerkt hebt, maar ook omdat het veel tijd en energie kost.
En dan hebben we het nog niet eens over de administratieve rompslomp gehad die erbij komt kijken. Gelukkig kun je hier wat tegen doen. Maar wanbetalers voorkomen is nog altijd beter dan genezen. In deze blog deel ik een stappenplan die je kunt volgen om wantbetalers te voorkomen of aan te pakken. Daarbij maak ik onderscheid tussen particulieren en bedrijven als klant en ga ik uit van een factuur met een betaaltermijn van 14 dagen.
Wanbetalers: particulieren
Het kan gebeuren dat het betalen van een rekening er, hoe vervelend ook, even bij inschiet. Of dat er om wat voor een reden dan ook even geen mogelijkheid is om direct te betalen. Bij wet is vastgelegd dat particulieren, na een herinnering, nog 2 weken de tijd moeten krijgen om een rekening te betalen. Dit zonder dat er incassokosten of extra kosten worden doorberekend. Neem in je algemene voorwaarden je betalingstermijn en betalingswijze op, zo kunnen er geen misverstanden ontstaan. Maar ook de hoogte van de incassokosten kun je hierin vermelden. Bij particuliere gelden de wettelijke incassokosten, dus daar dien je je aan te houden.
Stappenplan: particulieren
1. Stuur de factuur direct na levering van je dienst(en) en/of product(en).
2. Is de betalingstermijn verstreken? Check even goed of je niet toch betaald hebt gekregen, maar deze misschien over het hoofd hebt gezien.
3. Heb je écht geen betaling ontvangen? Dan stuur je een 1e herinnering (de WIK-brief of ook wel de 14-dagen brief genoemd). Zorg ervoor dat je rustig en vriendelijk aangeeft dat de factuur nog niet betaald is (bijvoorbeeld: ‘wellicht is de factuur aan je aandacht ontsnapt, zou je ervoor willen zorgen dat…). Je geeft de klant dan nog 14 dagen om te betalen. Hier mogen geen extra kosten bij zitten.
4. Mocht je na 14 dagen na het sturen van de 1e herinnering nog steeds geen contact/betaling gehad hebben, kun je de klant een 2e herinnering of aanmaning sturen. Je geeft de klant dan bijvoorbeeld nog 7 dagen om te betalen. Je geeft duidelijk aan dat als er niet betaald wordt, er daarna (na die 7 dagen dus) kosten in rekening worden gebracht. Ook geef je de hoogte van die kosten aan.
5. Is er na die 2e herinnering/aanmaning nog steeds niets betaald? Dan kun je zelf een incassobrief sturen of dan is het tijd om mij te bellen!
Wanbetalers: bedrijven
Gek genoeg is het te volgen stappenplan makkelijker wanneer een bedrijf niet op tijd betaalt. Hier zijn namelijk geen wettelijke regels aan verbonden. Zij zijn van rechtswege in verzuim wanneer zij niet betalen. In je algemene voorwaarden neem je de incassokosten op. Je hoeft je niet te houden aan de wettelijke staffel die wel geldt bij particulieren en dus mag je de hoogte van de incassokosten aanpassen en verhogen. Hierbij geldt nog steeds minimaal €40 maar maximaal €6775.
Stappenplan: bedrijven
1.Stuur de factuur direct na levering van je dienst(en) en/of product(en).
2. Is de betalingstermijn verstreken? Check even goed of je niet toch betaald hebt gekregen, maar deze over het hoofd hebt gezien.
3. Als je geen betaling hebt gehad, stuur je een 1e herinnering. Zorg ervoor dat je rustig en vriendelijk aangeeft dat de factuur nog niet betaald is (bijv.: ‘wellicht is de factuur aan je aandacht ontsnapt, zou je ervoor willen zorgen dat…). Je geeft de klant dan nog 7 dagen om te betalen. Dit ter mijn is dus de helft korter dan bij particulieren.
4. Mocht je na 7 dagen na het sturen van de 1e herinnering nog steeds geen contact/betaling gehad hebben, kun je de klant een 2e herinnering sturen. Je geeft de klant dan bijv. nog 5 dagen om te betalen. Zelf stuur ik dan ook altijd even een WhatsApp bericht, dat is vaak tocht net even een korter ‘lijntje’ met de klant dan via de e-mail.
5. Is er na die 2e herinnering en/of het appje nog steeds niets betaald? Dan is het tijd voor de incassobrief of om mij te bellen!
Wat zijn de verschillen dan?
Zo zie je maar dat de verschillen eigenlijk maar heel klein zijn, maar dus wel van groot belang. Geef je jouw particuliere klant niet eerst ‘kosteloos’ 14 dagen de tijd om alsnog te betalen en ga je uiteindelijk over tot dagvaarden? Dan kan dit de nodige problemen opleveren. Ook het rekenen van te hoge incassokosten is niet handig. Bedrijven zijn eigenlijk vanaf dag 1 na het niet-betalen van de factuur in gebreke en zou je ze in theorie al incassokosten kunnen doorberekenen, maar dit komt natuurlijk de klantrelatie niet ten goede.